Scenarioverkenning Internationalisering MBO

De MBO Raad, het Nationaal Agentschap Erasmus+, CINOP en Nuffic verkennen gezamenlijk de toekomst ten aanzien van de internationalisering van (beroeps)onderwijs.

In 2021 start een nieuwe EU-beleidscyclus op het gebied van onderwijs waarvoor nieuw beleid en nieuwe afspraken gemaakt zullen gaan worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor het overkoepelende Europese onderwijsprogramma Erasmus+, dat in de huidige vorm loopt tot 1 januari 2021. De komende jaren is er dus nog tijd om te verkennen waar het beroepsonderwijs in Europa naartoe gaat, waar behoefte aan is en wat Europa aan de Nederlandse situatie kan bijdragen. De recent gepubliceerde White Papers van Jean Claude Juncker over de toekomst van de EU benadrukken de noodzaak tot onderwijs die inspeelt op de automatisering en robotisering. Omdat banen daarnaast steeds internationaler worden is het huidige beleid er ook op geënt om onderwijs en kennisuitwisseling over de landsgrenzen te stimuleren.

De vraag is echter of het nieuwe beleid na 2021 eenzelfde tred zal volgen: de Europese samenwerking staat onder druk, de populariteit van de EU is volatiel en de weerstand jegens de regeldruk vanuit de EU neemt nieuwe vormen aan. Tel daarbij op dat de polarisatie tussen rijk en arm, en Oost en West onder aanvoering van het populisme steeds meer gewicht krijgt dan is evident dat de toekomst allerminst zeker is.

Daarom zijn de MBO Raad, het Nationaal Agentschap Erasmus+, CINOP en Nuffic gezamenlijk een initiatief gestart om de toekomst ten aanzien van de internationalisering van (beroeps)onderwijs te verkennen middels scenariodenken. Het doel van dit traject is om in een kort tijdsbestek tot een aantal puntige suggesties te komen, waarmee bruggen kunnen worden geslagen en op nationaal en internationaal niveau de dialoog kan worden gevoed. Wij hebben dit initiatief ondersteund in het maken van scenario’s aan de hand waarvan de puntige suggesties, of opties, ‘gewindtunneld’ konden worden. Daarmee kunnen de opties zodanig aangepast worden om in de meeste scenario’s effectief te zijn.

De scenario’s zijn opgebouwd rond twee kernonzekerheden die relevant zijn voor de internationalisering van het Middelbaar Beroepsonderwijs. Ten eerste is de gaande digitalisering en robotisering is van groot belang: het leent zich bij uitstek ter vervanging van herhaaldelijk arbeid terwijl daardoor de vraag naar praktisch geschoolde technici zal toenemen. De vraag verschuift, en onderwijsinstellingen zullen (hun aanbod) mee moeten bewegen willen zij hun toegevoegde waarde richting de toekomst behouden. De snelheid waarmee de verandering gaat is onzeker en cruciaal hierin, derhalve is dit de eerste kernonzekerheid. De tweede kernonzekerheid is de cohesie tussen bedrijven, (inter)nationale overheidsinstellingen en onderzoeksinstituten. Als deze sterk is sluiten de vaardigheden van afgestudeerden nauw aan bij de eisen van het bedrijfsleven en is de internationale mobiliteit van studenten groot, de diploma’s worden immers overal erkend. Als dit niet het geval is kunnen bedrijven en intermediairs een rol opeisen in het praktijkonderwijs om zodoende de juiste vaardigheden bij te brengen, de mobiliteit is variabel.

Tijdens deze eerste workshop heeft een aantal deelnemers, elk met een unieke invalshoek, bijgedragen aan het schetsen van vier plausibele, wellicht verrassende en relevante toekomstscenario’s in relatie tot internationalisering van (middelbaar) beroepsonderwijs in Europa. Leidende vragen hierbij waren: ‘Wat kan Europa bijdragen aan (de internationalisering van) het mbo?’ en ‘Waar moet op worden ingezet met de stimuleringsprogramma’s in het algemeen en Erasmus+ in het bijzonder?’ Het gesprek en de daaruit voortvloeiende inzichten werden als zeer waardevol ervaren. Of in de woorden van een deelnemers: “Het feit dat je op die manier bij elkaar zit met alle actoren in het veld is heel nuttig en waardevol geweest”, “het helpt kaderen en structureren. Veel dingen die we bespraken zie je overal terugkomen” en “Je weet nu, dit denken wij niet alleen, maar dit denken ook de stakeholders waar het over gaat. Dat vind ik grote winst”.

De MBO raad heeft met dit traject de dag van morgen gisteren al op de agenda gekregen en daarmee het begrip tussen verschillende stakeholders onderling sterk verbeterd. Dit is precies het soort ondersteuning waar ik energie van krijg en waar ik mij heel graag toe inzet!

Renate Kenter, Senior Consultant De Ruijter Strategie